vrijdag 14 mei 2010

Kom mee naar buiten allemaal.....

Het was vanochtend vroeg merkbaar zachter doordat er een lekker ochtendzonnetje over de Veluwe straalde. En dus trokken de hemelvaart-recreanten er massaal op uit na het sombere en koude weer van gisteren. Ook de vogels reageerden er meteen op; in de nestkasten lagen de jongen in schril contrast tot gisteren er om 9 uur al lekker gezapig bij alsof ze al helemaal volgepropt waren met voer. Dat moet echter een vertekend beeld zijn en slechts veroorzaakt zijn doordat de temperatuur in de kast door het zonnetje een stuk aangenamer zal zijn geweest. Één van mijn collega's meet de gewichten van de jonge koolmezen dit jaar als ze resp. 6, 12 en 15 dagen oud zijn. Vandaag had hij daarbij een aantal jongen die nu op hun 12e levensdag nog lichter of ongeveer even zwaar waren dan op hun 6e levensdag !!!! Daar hoef je niet veel meer van te verwachten als er niet heel snel verbetering in de omstandigheden optreedt. Ik heb vandaag ook nogmaals in de kast met de eerstgeplande uitvliegdatum gekeken. Daar waren de jongen nu inderdaad uit de kast vertrokken, op 2 na... deze 2 hadden het niet gered en lagen nu dus dood in het nest. Toch nog 3 van de 5 jongen die de wijde wereld hebben opgezocht. Een gevaarlijke wereld met veel predatoren en nu ook nog koud weer op de loer en geen gelegenheid om in de grote massa op te gaan. Je krijgt dan als bedelend jong niet alleen de aandacht van je ouders als je op een tak zit te roepen om eten...

Zoals gezegd was het vandaag behoorlijk druk in het park; alle vormen van recreatie dienden zich weer aan, zowel op het land als in de lucht. Ik zat nog maar net met de eerste vogels te meten of ik hoorde op afstand al langzaam maar zeker een luid gegil en gegiegel aankomen en blies de zachte wind al flinke flarden van parfums in diverse geuren mijn kant op. Even later arriveerde een groepje dames met duidelijk Amsterdamse tongval. 'Waar zijn de hertjes meneer?' Was de eerste vraag die zoals altijd op deeze dagen op mij werd afgevuurd. Ik probeerde ze duidelijk te maken dat ze die vandaag niet zouden gaan zien maar dat ze wel een kansje hadden als ze in het park bleven tot vlak voor sluitingstijd en dan wel erg stil moesten zijn. 'We zijn opgelicht' was de vervolgreactie: 'hebben we daar 22,50 euro voor betaald????'. En snel vervolgden zij nu luid mopperend in plaats van giegelend hun weg....
Ik had daarna dezelfde vogel (die de dames niet eens in mijn hand hadden gezien) nog niet eens afgehandeld of de onmiskenbare geur van paarden kondigde zich aan. Een groep van zeker 15 ruiters kwam uit hetzelfde pad. De instructeur/gids riep meteen naar achteren: 'denk om die meneer die hier een beetje vreemd op een ladder zit' en meteen daarna: 'die meneer is hier anders nooit hoor ! ' Ja hoor ! Op zo'n uitleg kan van mij maar 1 reactie komen: 'zeg dat maar niet tegen mijn baas !'
Een paar groepjes fietsers en wandelaars later werd ik wederom geconfronteerd met de vraag: 'meneer, waar kunnen we de dieren zien?' 'We willen graag wilde zwijnen zien'. Enigszins flauw van het feit dat er massa's mensen zijn die bewust een verkeerd beeld van en door het park wordt voorgespiegeld schoot het mij er zo ineens uit: 'dan moet u naar de poelier gaan mevrouw!' Ik had daarmee duidelijk een tere ziel geraakt getuige de mond van de vraagstelster die volledig openzakte. Ik heb snel m'n excuses aangeboden, maar er wel bijgezegd dat dat wel de realiteit van het park was... Jacht is immers een belangrijke, zo niet DE belangrijkste drijfveren van het beheer van het park. Wil je veel jonge dieren hebben, dan moet je gericht op een aantal plaatsen waar weinig 'klanten' komen bijvoeren en vooral 's winters veel schieten zodat de dieren weten dat ze veel jongen op de wereld moeten zetten.
En daar kan na het jachtseizoen dan door het publiek (dat wel weet dat ze een uurtje voor sluitingstijd het park in moeten om wild te zien) van genoten worden. En heb je dan nog geen wild gezien dan kun je altijd voor 175 euro nog een geweitje kopen in de winkel van het bezoekerscentrum.

Door de kou met de hard om voer bedelende jonge vogels als gevolg kun je nu ook haast geen nest met jonge vogels missen. Zo trof ik vandaag een nestje met jonge matkoppen in een holle boom, een nest met boompiepers op de grond tussen de bladeren (dat maakt je intens bewust van het grote gevaar waar deze grondbroeders aan blootgesteld worden door buiten de paden rondbanjerende wandelaars, ruiters en... onderzoekers...) een nest van een gaai en een vinkennestje in een kastanjeboom aan.
Voor al die jonge vogels is het momenteel erop of eronder...

donderdag 13 mei 2010

Leven of dood... maar dood doet leven.

Vandaag vond duidelijk het keerpunt in de situatie in de kasten met jonge mezen plaats. In 8 van de 10 kasten waarvoor voor vandaag het vangen en meten van de ouders en het ringen van de jongen gepland stond zaten de jongen te schreeuwen om voer of lagen ze koud en bijna bewegingsloos. In alle gevallen waren er al één of meerdere jongen dood of verdwenen. Alle jongen die doodgaan voordat ze goed en wel veren hebben worden door de ouders uit de broedholte verwijderd. Zo trof ik vandaag ook al 2 dode jonge kkolmezen van 5 dagen oud in de wegberm aan. Daar zat al een kluwen van zwarte mieren op die al druk met de verwerking van de jongen bezig waren; dood doet leven dus.
De vrouwtjes van de mezen zitten momenteel echt gedurende lange tijd op de jongen om ze koste wat kost warm te houden. Dit gaat dan echter wel ten koste van foerageertijd en dus de hoeveelheid dagelijks vooer dat de jongen krijgen aangeboden. Tel daarbij op dat de rupsen die nu in de nesten worden aangebracht ook nog eens veel kleiner zijn dan ze nu zouden moeten zijn, dan is het logisch dat je nu jongen aantreft die er 1 of zelfs 2 dagen jonger uitzien. De groei gaat gewoon op een laag pitje, net zoals de ontwikkeling van de blaadjes aan de bomen, en zo probeert de natuur toch naar een soort evenwicht te zoeken in deze barre koude tijd. Maar dan moet er niks extra's tussen komen zoals een groepje van de vele fietsers en wandelaars die vandaag de natuur introkken en hun leenfiets precies tegen een boom aanzetten waar een nestkast hing. De ouders durfden daardoor niet terug naar het nest met als gevolg dat de jongen al bijna dood in de kast lagen. Het laat zich haast raden hoe ik dat nest morgen zal aantreffen. We doen momenteel ook onderzoek naar voederfrequentie middels het aanbrengen van transponders bij de vogels en readers rondom het vlieggat van de nestkast. Op die manier kun je precies registreren welke ouder het vaakst voert en of er 1 ouder wegblijft of soms zelfs beide ouders... de resultaten van dat onderzoek komen nu met dit weer ook in een heel ander licht te staan...

dinsdag 11 mei 2010

De jongenfase is aangebroken.

En dan ben je zo ineens weer ruim 2 weken verder... er is dan ook wel weer het nodige gebeurd en er is al veel werk verzet.
Allereerst nog even de vraag over de onbekende veer van mijn vorige bericht: na goed bestuderen van literatuur en foto's waren we er uit. En hoe hadden we het kunnen vergeten om aan deze vogel te denken in het terrein waar de meeste korhoenders van Nederland worden gepredeerd.... Juist ja, het was dus een veer van een korhoen-vrouw !!!! Voor alle duidelijkheid: we troffen hem niet aan in een nest van die soort, maar een koolmees had enkele veren gebruikt die hij vast en zeker op een plukplaats in de omgeving had gevonden.
In totaal heb ik inmiddels ruim 4100 keer in een nestkast gekeken. Inmiddels is de geboortegolf flink van start gegaan, maar staan de jongen van de allervroegste kast vandaag al op springen. Nou ja, springen... het blijft veel te koud voor de tijd van het jaar. Vooral de nachten zijn zo fris dat er af en toe nog nachtvorst optreedt en het gedurende veel nachten 3 graden is. Dat vroegste nest betrof een kast met 5 jonge koolmezen waarvan de gewichten prima te noemen waren ondanks het feit dat je overal alleen nog maar kleine rupsen ziet die amper lijken te groeien door de lage temperaturen. Het zijn bijna allemaal spanners, waaronder die van de wintervlinder. Vooral Amerikaanse eiken worden al behoorlijk afgevreten en het begint er op te lijken dat er een vergelijkbare voedselpiek als vorig jaar aan zit te komen. Op enkele plaatsen zijn de bladeren van de amerikaanse eiken al voor meer dan de helft opgevreten. De bladeren van de inlandse eik zijn echter door de droge en koude Aprilmaand nog erg klein en hebben slechts heel kleine rupsjes.
De jongste koolmezen doen er dus gewoon verstandig aan om zich thuis nog even lekker door pa en ma te laten verzorgen in plaats van de wijde wereld in te trekken. In het verleden hebben we onder deze omstandigheden al wel eens nestkasten gehad met jongen die tot dag 23 nog thuis bleven.
Vandaag 2 paartejs boomklevers gevangen waarvan de ouders voerden met vooral oorwurmen en rupsjes van het formaat van maximaal 7-10 mm groot voerden. Dit was mooi te zien doordat ze na het vangen het voer nog gewoon in de snavel vasthielden.
Bij 1 van die kasten zag ik overigens wel een pas uitgevlogen jonge pimpel die in z'n uppie om voer zat te bedelen. Het zal wel een jong uit een broedsel in een natuurlijke holte betreffen want hij was ongeringd en de oudste jongen van pimpels in onze nestkasten zijn momenteel nog maar 10 dagen oud en zitten dus nog minimaal 9 dagen in de kast.

En dan nog m'n eigen conditie tijdens deze hectische voorjaarsweken: het lijkt wel een traditie te worden dat ik wel wat oploop bij het veldwerk, is het geen ziekte van Lyme, dan is het wel een peesontsteking in de schouder of een spies van een tak in m'n kop. Dit jaar maar eens wat anders dacht ik: vorige week trof ik een koolmees op het nest die zo agressief was dat de haren en wol van het nestmateriaal in m'n gezicht en ogen vlogen. Bij het uitwrijven van de ogen moet ik daarbij te hard hebben gewreven want een paar dagen later bleek ik een oogontsteking te hebben en was er een stukje van het oppervlak van het hoornvlies weggewreven. Op het moment dat die 2 factoren elkaar ontmoetten leek het wel of er een spijker in m'n oog geduwd werd... maar goed, we zijn onderweg naar de Veluwe toch maar bij het ziekenhuis in Deventer langsgegaan en dat bleek niet overbodig. 2 dagen rust voor het oog en als koning eenoog door het leven. Nu, drie dagen later is het zicht vrijwel geheel weer helder en kan ik weer zien wat ik doe...

Vanmiddag werd ik opgebeld door één van de nestkastcontroleurs van de vogelwerkgroep in Goor. Hij had een nestkast met een pimpelbroedsel aangetroffen die op een heel andere plek hing en een kast waaruit een broedsel van een bonte vliegenvanger compleet met nest en al was verdwenen. Als je bij die gegevens optelt dat Hanneke afgelopen dagen in diezelfde omgeving werd aangesproken door een man die een bovengemiddelde interesse toonde in de methoden die wij gebruikten voor het controleren van de kasten en het aanbrengen van de ringen dan is het duidelijk: eierroof door een illegale kweker of handelaar in wilde vogels. Op precies hetzelfde terrein verdwenen vorig jaar de enigste jonge gekraagde roodstaarten die we in ons hele nestkastgebied hadden en werden ook jonge grote gele kwikstaarten uit het nest ontvreemd. Inmiddels komen uit andere delen van het land vergelijkbare signalen. We moeten met z'n allen de ogen en oren dus goed open houden in het veld....